Druk op de afbeelding om je geweldige cadeau te bestellen.
Kies je productkleur, maat of voeg een tekst of foto erbij als je het nog mooier wilt maken.(Bij sommige illustraties of tekst is de kleur ook naar jouw smaak te passen)
Waar het licht weer binnenvalt
Het is de stilte die als eerste breekt,
nog voordat de dag haar ogen opent.
Een vogel zingt, schor en aarzelend,
alsof hij zijn stem opnieuw moet leren.
De wind, ooit snijdend, is nu zachter,
strijkt langs takken die zich uitrekken
naar een hemel die lichter lijkt
dan gisteren, dan de winter zelf.
De eerste knoppen barsten open,
niet met haast, maar met een fluisteren.
Een belofte in groen, in geur,
in de tederheid van wat ontkiemt.
En ik, ik sta stil in het vroege licht,
voel hoe iets in mij zich uitstrekt,
hoe een oude kou oplost in iets nieuws
dat nog geen naam heeft.
Ik zet mijn voeten op natte aarde,
waar sporen verdwijnen in de zachtheid van de grond.
Elk jaar denk ik dat ik het moment zal missen,
dat ik te laat zal zijn om het begin te zien.
Maar het begin is nooit een seconde,
nooit een enkele zonsopgang.
Het is een golf die langzaam rolt,
een stroom die ongemerkt sterker wordt.
De bomen hebben nog hun oude silhouetten,
maar ik zie het al: de belofte van groen
verstopt in het hout, wachtend,
als een adem die wordt ingehouden.
Soms vraag ik me af of wij ook zo zijn,
of we bloeien zonder het zelf te merken.
Of we groeien op momenten
waarop we dachten stil te staan.
De laatste sneeuw lost op in schaduwen,
druppelt traag van takken en daken.
Het ijs dat in mij zat,
dat mij maandenlang versteende,
wordt dunner, brozer,
tot het eindelijk breekt.
Ik had vergeten hoe licht voelt,
hoe zacht het op de huid kan vallen
zonder te snijden, zonder te vluchten,
gewoon blijven, zomaar, omdat het kan.
De dagen worden langer
en ik meet tijd niet meer in uren,
maar in tinten blauw, in geuren van aarde,
in het plotselinge dansen van stof in de zon.
Misschien is dit het seizoen van opnieuw beginnen,
van breken en bloeien in dezelfde adem,
van niet bang zijn voor het nieuwe
maar het laten komen, laten stromen.
Onder de kersenboom sta ik stil,
terwijl bloesemblaadjes zacht naar beneden dwarrelen.
Een wit tapijt op de aarde,
een herinnering aan iets tijdelijks,
aan iets prachtigs dat niet eeuwig hoeft te zijn.
Soms moet je gewoon staan en kijken,
je handen openen en iets laten vallen
zonder het te willen vangen,
zonder bang te zijn voor wat verdwijnt.
Ik adem de geur in van wat verdwijnt,
wat bloeit en vergaat in één seizoen.
Het voorjaar leert mij telkens weer
dat verliezen geen einde is,
maar een begin in een andere vorm.
Het ruikt naar gras dat opnieuw durft te groeien,
naar aarde die zichzelf opent, zonder schaamte.
De zon warmt een huid die bijna vergeten was
hoe zonlicht voelt zonder rilling van kou.
En ik, ik laat los,
niet als verlies, maar als ruimte maken.
Want alles wat valt,
zal ooit weer groeien.